De economie van de eurozone is in het tweede kwartaal met 0,6 procent gegroeid vergeleken met de voorgaande drie maanden, meldt Europees statistiekbureau Eurostat in een nieuwe raming. Dat is een iets lager groeicijfer dan bij een eerste berekening. Wel lag het tempo hoger dan in de eerste drie maanden van het jaar.

In het eerste kwartaal steeg het bruto binnenlands product (bbp) van de eurozone nog met 0,5 procent. In landen die sterk van toerisme afhankelijk zijn, zoals Italië en Spanje, zorgde het einde van vrijwel alle coronabeperkingen voor een sterk economisch herstel in de voorjaarsmaanden.

Daar staat tegenover dat het bbp van de economische grootmacht Duitsland niet steeg, maar ook niet daalde. Hier spelen tekorten aan onderdelen bij de industrie en hoge gasprijzen een rol.

Eerder op de dag werd bekend dat de Nederlandse economie in een verrassend hoog tempo groeide in de maanden april, mei en juni. Nederlanders gaven weer meer uit aan restaurants, cafés en culturele uitstapjes na het verdwijnen van lockdownmaatregelen. Mede daardoor steeg het bbp met 2,6 procent, wat van alle op dit moment beschikbare cijfers bij Eurostat de hoogste groei is.

In de gehele Europese Unie groeide de economie ook met 0,6 procent ten opzichte van het eerste kwartaal. Daarmee hield het landenblok hetzelfde groeitempo vol als in de eerste drie maanden van 2022.

LEES OOK: IMF negatiever over economische groei: eurozone groeit dit jaar nog met 2,6% en in 2023 volgt ruimschootse halvering